Wat zijn de verschillen tussen biologische en gangbare plantaardige landbouw?
Het meest bekende aspect van de biologische landbouw is dat er geen gebruik gemaakt wordt van chemische bestrijdingsmiddelen. Belangrijkste principe van de biologische landbouw is het voorkomen van ziekten door evenwichtige bemesting, de rassenkeuze en de vruchtwisseling. Daarnaast wordt in de biologische landbouw gebruik gemaakt van biologische middelen. Deze middelen maken gebruik van het principe dat elk (schadelijk) insect natuurlijke vijanden heeft.
De eitjes van deze vijanden worden in de kas gehangen of de dieren worden losgelaten. Ook wordt gebruik gemaakt van mechanische middelen. Bijvoorbeeld het wieden van onkruid met de hand of machinaal in plaats van de gifspuit te gebruiken.
Vruchtwisseling en rassenkeuze
Met vruchtwisseling wordt bedoeld dat op hetzelfde stuk landbouwgrond per periode afwisselend andere gewassen verbouwd worden. Vruchtwisseling is nodig om ziektes en aantastingen van het gewas via de bodem te voorkomen. Bij biologische landbouw bestaat er meer afwisseling van de gewassen op het land, 3 tot 5 andere gewassen voordat het oorspronkelijke weer geteeld wordt.
Rassenkeuze is voor een biologische boer zeer belangrijk. Hij moet bij de keuze van de rassen erop letten dat zij bestand zijn tegen bepaalde ziektes. Want hij mag geen gebruik maken van chemische bestrijdingsmiddelen. Ook is het van belang om bij de keuze van een ras rekening te houden met de eisen van de eventuele verwerker. Bij tarwe wordt bijvoorbeeld ook gekeken naar de bakeigenschappen en niet alle koolsoorten zijn geschikt om zuurkool van te maken.
Genetische modificatie
Het is in de biologische landbouw niet toegestaan om genetisch veranderde gewassen te ontwikkelen en te telen. Voor een boer betekent dit dat hij bij de inkoop van zijn zaadgoed of pootgoed erop moet letten dat het vrij is van genetisch gemodificeerd materiaal. Er is onder andere een database opgestart die biologische boeren kunnen raadplegen als zij gmo-vrij zaad willen kopen.
Voor meer informatie over dit onderwerp verwijzen wij u naar www.voedingscentrum.nl/biotechnologie. Voor meer informatie over de regelgeving van biologische landbouw kunt u terecht op: www.skal.com (kijk bij informatie naar de EU-regelgeving).
Dierlijke producten zijn afkomstig van dieren zoals koeien, kippen, geiten, schapen en varkens. Biologische veehouderijen verbouwen vaak hun eigen voedergewassen en soms ook één of meerdere akkerbouwgewassen. De mest van de dieren wordt gebruikt voor de eigen grond. Bij een gangbare veehouder komt dit bijna niet meer voor, omdat zij vaak alleen nog maar stallen hebben en geen eigen grond.